De weergave van het accuniveau bestaat uit 5 lampjes, die het oplaadniveau aangeven. Als de accu is ingeschakeld en op de fiets is aangesloten, gaat het controlelampje voor de accu branden.

• Knippert - 10% of minder
• 1 - 10-27%
• 2 - 28-47%
• 3 - 48-66%
• 4 - 67-85%
• 5 - 86-100%

Het accubereik is meestal 30 km tot 70 km (~ 20 mijl tot ~45 mijl), dit kan door verschillende factoren worden beïnvloed:

ONDERSTEUNINGSMODUS

Hoe hoger de ondersteuningsmodus, hoe meer accuvermogen wordt gebruikt; om het accubereik te verbeteren, verlaag de ondersteuningsmodus waar mogelijk.

BANDENSPANNING

Als je je banden goed opgepompt houdt, vermindert de rolweerstand van de fiets. Dit betekent dat zowel de fietser als de elektrische ondersteuning minder energie nodig hebben, dit zal het accubereik verbeteren in vergelijking met te weinig opgepompte banden.

STARTEN EN STOPPEN

Op routes waarop je vaak moet starten en stoppen (zoals fietsen in een stad met veel kruispunten) wordt meer vermogen van de accu gebruikt dan op routes waar je continu kunt fietsen.

WINDOMSTANDIGHEDEN

Als je tegen de wind in rijdt, is er meer vermogen nodig om dezelfde snelheid te behouden. Met de wind in de rug wordt er minder vermogen gebruikt.

CADANS (pedaalrotaties)

Het systeem werkt met een breed cadansbereik. Bij zeer lage cadans moet de motor harder werken en meer energie gebruiken. Probeer andere versnellingen om je cadans aan te passen en zoek de meest geschikte optie.

TEMPERATUUR

De accu zal bij lage temperaturen minder zuinig zijn, waardoor je mogelijk een beter actieradius ervaart in de zomer dan in de winter. De optimale bedrijfstemperatuur is ongeveer 20 graden Celsius.

HEUVELS

Bergopwaarts rijden verbruikt meer vermogen en vermindert het bereik, bergafwaarts rijden verbruikt minder vermogen.

GEWICHT

Het gewicht van de passagier en bagage heeft invloed op het accubereik. Door de belasting te verminderen door minder niet-essentiële bagage te vervoeren, kun je het accubereik verbeteren.